Tags: Links
All Categories
Featured
Table of Contents
Dit zijn dan ook de meest veilige toestellen. Hieronder vind je een overzicht van de meest gebruikte brandstoffen en hun specifieke kenmerken in functie van brandveiligheid. STOOKOLIE Gebruiken jullie stookolie, dan moet je rekening houden met aandachtspunten inzake de stookketel én de stookolietanks. 6970 Zorg dat de stookketel in een afzonderlijk, goed verlucht lokaal met een zelfsluitende deur staat.
Zo kan men deze bijvoorbeeld bij onderhoud niet verwarren met andere leidingen. Controleer de leidingen regelmatig op mogelijke lekken. Probeer de ruimte waar de stookketel staat bovendien zo netjes mogelijk te houden. De brander zuigt lucht aan. Wanneer de lucht echter geladen is met stof, zal de brander vervuilen en ook het rendement verminderen.
Ook de grootte speelt een rol - Leveranciers Gasdetectiesysteem. Meer info hierover vind je op en op AARDGAS Gebruiken jullie aardgas, zorg dan voor een goedgekeurde ketel (keurmerk: BENOR). De ruimte waarin je ketel staat, moet goed verlucht zijn. Ideaal gezien hangt er een gasdetector. Zo n detector is echter een zeer dure investering.
Het toevoerkraantje van de gaskachel moet makkelijk bereikbaar zijn, zodat je hem kan dichtdraaien wanneer de kachel niet gebruikt wordt of als er een brand dreigt. Daarnaast moet je bij gaskachels ook aandacht hebben voor koolmonoxidevergiftiging, zeker in jeugdlokalen waar overnacht wordt. Koolstofmonoxidevergiftiging (CO) komt vooral voor in de herfst en in de lente.
In combinatie met een hoge buitentemperatuur beperkt dit de trek van de schoorsteen en kunnen de verbrandingsgassen binnendringen in de kamer. Koolstofmonoxidevergiftiging is dodelijk. ELEKTRISCHE VERWARMING Verwarmen jullie elektrisch, zorg dan dat de elektriciteitsvoorzieningen in orde zijn (zie ook pagina 65) - Leveranciers Interventiedossier. Elektrische kachels hebben geen actieve verbranding, waardoor er geen giftige stoffen vrijkomen en er dus ook geen schoorsteen nodig is.
Hou daarom toch rekening met een aantal aandachtspunten. 71 Leg, hang of bevestig binnen een straal van 60cm rond de haard geen brandbare voorwerpen, zoals tapijten, meubelen, gordijnen... Plaats voor een open haard een vonkenscherm en laat het vuur niet onbewaakt achter. Plaats een onbrandbare plaat onder de kachel of haard en daaronder een laag onbrandbaar isolatiemateriaal.
Gebruik nooit benzine of alcohol, maar wel klein hout, takjes, een prop papier of aansteekblokjes. Een open haard is geen allesbrander. Gebruik steeds droog, onbehandeld hout, omdat nat hout minder warmte afgeeft en roet in de hand werkt. Gebruik niet te veel hout tegelijk, maar voeg regelmatig kleine hoeveelheden hout toe.
Dit beschermt de onderliggende vloer tegen te grote hitte. Zorg voor voldoende luchttoevoer. Bedenk dat, naast de nodige verbrandingslucht, per uur nog zo n 500m³ lucht als ballastlucht door de schoorsteen wordt meegezogen. Schuiven en afvoerkleppen van verbrandingsgassen mogen nooit helemaal gesloten worden, om te vermijden dat deze gassen een uitweg zoeken naar je jeugdlokaal in plaats van naar de schoorsteen.
Als voor de eerste keer terug gestookt wordt na de zomer kan je best eens goed doorstoken, zodat de schoorsteen droogt en dus beter trekt. Een schoorsteenbrand is het gevolg van roetafzetting in het rookkanaal door verbranding van afval in de haard. Laat ten minste eenmaal per jaar de schoorsteen vegen. Controle Autonomie Noodverlichting.
Mocht je er in je lokaal toch nog één in gebruik hebben, zorg dan dat de kachel nog in goede staat is - Brandblussers Gebruiksklaar Houden. Let ook op dat bij het reinigen de as in een metalen bak wordt gestort. Dit wil dan ook zeggen dat deze metalen bak vrij moet blijven en dus niet gebruikt wordt bij het spelen of om materiaal in te stockeren.
Dit is een garantie voor kwaliteit en veiligheid. Oude kolenkachels zullen dit keurmerk wellicht niet hebben (Gecertificeerde Brandhaspels). Laat de kachel dan controleren door iemand met deskundigheid. Niet veilig = weg ermee! Net zoals bij open haarden en houtkachels blijven bij kolenkachels onverbrande deeltjes achter op de wand van het schoorsteenkanaal. Deze aanslag is zeer brandbaar.
Laat een erkende schoorsteenveger jaarlijks het rookkanaal reinigen, liefst buiten het stookseizoen. Meer info vind je op pagina 81. Daarnaast moet je bij kolenkachels aandacht hebben voor koolstofmonoxidevergiftiging, zeker in jeugdlokalen waar overnacht wordt. Koolstofmonoxide- 7172 vergiftiging (CO) komt vooral voor in de herfst en in de lente. Door een tijdelijke stijging van de buitentemperatuur zetten mensen hun kachel op een lagere stand: de verbrandingsgassen zijn dan minder warm.
Koolstofmonoxidevergiftiging (CO) is dodelijk CENTRALE VERWARMING VS INDIVIDUELE VERWARMINGSTOESTELLEN De opwarming van de ruimtes kan op verschillende manieren gebeuren. De bekende term centrale verwarming slaat erop dat de opwarming op één plaats gebeurt. Het verwarmde water of de verwarmde lucht wordt daarna door het volledige lokaal gestuwd. Bij dit type van verwarming heb je maar één plaats waar de warmte ontwikkeld wordt, waardoor het brandgevaar zich dus ook concentreert op die plaats.
Deze manier van verwarmen gebeurt afzonderlijk, in de verschillende ruimtes binnen het gebouw. Offerte Detectie Methaan. Hier gebeurt de warmteontwikkeling op verschillende plaatsen, waardoor het brandrisico gespreid wordt doorheen het lokaal. Deze toestellen worden uitgevoerd in verschillende versies: petroleum, elektriciteit, gas We raden het gebruik van dergelijke toestellen in principe af, omdat de meeste onveilig zijn.
En bij de toestellen die je moet vullen met brandstof, is het gevaar op lekken of slecht afsluiten redelijk groot, waardoor ook de kans op brand sterk toeneemt. Met het oog op brandveiligheid geniet centrale verwarming de voorkeur. Maar natuurlijk tellen naast brandveiligheid ook het soort gebruik, de indeling van het gebouw en de kostprijs mee.
Dat houdt niet alleen heel veel warmte tegen, het kan ook de start van een brand betekenen. Om dit te voorkomen, raden we aan om een metalen kader rond de radiator te plaatsen (met voldoende ruimte tussen de radiator en het kader). Zo wordt het rechtstreekse contact tussen de (hete) radiator en bijvoorbeeld een handdoek of kledingstuk vermeden.
6 EVACUATIEVOORZIENINGEN EN VEILIGHEIDSSIGNALISATIE Naast de juiste brandbestrijdingsmiddelen (die we in het vorige deel al bespraken), zijn er nog een aantal zaken die je in je lokaal moet voorzien om ervoor te zorgen dat er bij een brand zo weinig mogelijk slachtoffers vallen PICTOGRAMMEN Een beeld zegt soms meer dan duizend woorden. Handelaars Deurmagneten.
Deze pictogrammen zijn wettelijk geregeld, zodat ze overal hetzelfde zijn en dus door iedereen gemakkelijk herkend kunnen worden. We bespreken hieronder drie soorten pictogrammen/borden: reddingsborden, brandbestrijdingsborden en verbodsborden. Een overzicht van alle relevante pictogrammen kan je terugvinden op Pictogrammen zijn verkrijgbaar in harde plastiek- of stickeruitvoering. Pictogrammen voorzien in je lokaal is in principe niet heel duur en vergt weinig werk.
Reddingsborden geven de richting aan die moet worden gevolgd om in veiligheid te raken of wijzen de weg naar een plaats waar reddingsmiddelen aanwezig zijn. Ze zijn rechthoekig of vierkant met een wit pictogram op een groene achtergrond. Deze borden worden gebruikt om de plaats van elke uitgang en nooduitgang, evenals de richting van de wegen, uitgangswegen en trappen die naar de uitgangen leiden, aan te duiden.
Beide pictogrammen kan je namelijk in de verschillende richtingen gebruiken. Dit pictogram duidt de plaats of richting van de uitgang aan. Het gaat hier over uitgangen die ook dagdagelijks gebruikt worden als uitgang (Brandhaspels). Dit pictogram mag wel enkel gebruikt worden voor uitgangen die voldoen aan de eisen voor nooduitgangen. 73 74 Het gaat hier steeds over deuren die rechtstreeks buiten uitkomen.
Dit pictogram duidt de plaats of richting van een nooduitgang aan. Het moet geplaatst worden boven een nooduitgang, of boven een doorgang naar een nooduitgang. Je ziet vaak ook versies met een ventje op, maar deze zijn minder gebruiksvriendelijk. Als extra signalisatie kan je een reflecterende strook onderaan de deur voorzien.
Zowel tijdens de evacuatie als voor de brandweer kan dit een extra hulpmiddel zijn. Brandbestrijdingsborden duiden vooral de plaats aan van brandbestrijdingsmaterieel. Ook de aanduiding van een verzamelpunt gebeurt met een brandbestrijdingsbord. Deze pictogrammen zijn rechthoekig of vierkant met een wit pictogram op een rode achtergrond. De pijlpictogrammen worden steeds in combinatie gebruikt met het pictogram met de brandblusser.
Het pictogram met de brandblusser wordt wel afzonderlijk gebruikt, net boven of naast de brandblusser. Verbodsborden geven aan dat je een bepaalde handeling niet mag uitvoeren (bijvoorbeeld: verboden vuur te maken, te roken). Brandbeveiliging Schuimblussers. Een verbodsbord heeft een ronde vorm met rode rand en rode streep over het bord. Een zwart pictogram op witte achtergrond geeft aan wat verboden is.
Ze worden gebruikt om aan te duiden in welke mate bepaalde stoffen giftig of brandgevaarlijk zijn. Qua vorm zijn het oranje vierkanten pictogrammen, met daarop een zwart symbool ROOKMELDERS Waar rook is, is vuur. Rook verspreidt zich sneller dan vuur, en is daarom meestal het eerste wat opgemerkt wordt. Om snel gealarmeerd te worden, kan je op verschillende plaatsen in je lokaal een rookmelder voorzien - Brandblussers Gevuld Met Water En Schuim.
Je plaatst best minstens één rookmelder op elk niveau van het gebouw. Omdat rook stijgt, bevestig je de rookmelder aan het plafond, best in het midden van de gang of ruimte, op minstens een halve meter afstand van de wand. Rookmelders die je in een gang plaatst, hang je best op een plek waar de meeste deuren van (slaap)ruimtes samenkomen.
Hang rookmelders ook niet waar het veel warmer is dan de rest van de ruimte, zoals boven een radiator of een ander verwarmingstoestel. Vermijd ook plekken waar waterdampen of dampen van bakken en braden kunnen hangen, zoals dichtbij de deur van een douche/badkamer of keuken. Rookmelders werken op batterijen. Het is noodzakelijk om de werking van de rookmelders maandelijks te controleren met de daartoe voorziene testknop (Leveranciers Brandslangen).
Er zijn verschillende soorten rookmelders. De meest professionele (en dus ook duurdere) zijn aangesloten op een alarmsysteem en het elektriciteitsnetwerk. Voor de meeste jeugdwerkorganisaties zijn autonome rookmelders meer aangewezen, omwille van hun lage kostprijs en eenvoudige plaatsing. Deze autonome rookmelders werken op een batterij. Je moet maandelijks (!) de werking van deze batterij testen.
Een rookmelder zendt een onderbroken geluidssignaal uit wanneer de batterij vervangen moet worden. De batterijen van vele rookmelders gaan maar één jaar mee, 7576 maar ondertussen bestaan er al rookmelders waarin batterijen zitten met een levensduur van 5 jaar. Er bestaan ook autonome rookmelders op batterijen die je via een eenvoudig kabeltje toch met elkaar kunt verbinden zodat een melding van rook op verschillende plekken in het gebouw mogelijk is.
Dit doe je best met een stofzuiger. Om met zekerheid te weten of de rookmelder die je koopt voldoet aan de geldende normen, koop je er best eentje met het BOSEC-certificatieteken en met een zo lang mogelijke garantie VEILIGHEIDSVERLICHTING Om een evacuatie snel te laten verlopen, is het belangrijk dat iedereen snel de weg naar buiten vindt - ook als het donker is door het wegvallen van de elektriciteit of de rookontwikkeling.
Veiligheidsverlichting beschikt over een batterij die de werking van de lamp overneemt als de elektriciteit wegvalt. Test de werking van de veiligheidsverlichting en haar batterij regelmatig, indien dat niet automatisch gebeurt. Als je de hoofdschakelaar of de zekering van het lokaal uitschakelt, kan je de veiligheidsverlichting testen. Op elke veiligheidsverlichting staat er een testknop.
Zo kan je bij een elektriciteitspanne (of brand) deze zaklamp gebruiken om te detecteren waar het probleem zich bevindt. Indien jullie van plan zijn om veiligheidsverlichting te plaatsen of indien de gemeente die vereist, is het belangrijk dat je bij de opmaak van de plannen en meer specifiek de elektriciteitsplannen hier aandacht aan besteedt.
Je zal dus moeten zorgen dat de nodige aansluitingen op het elektriciteitsnet voorzien worden PLATTEGROND EN EVACUATIEVOORSCHRIFTEN Een plattegrond van je volledige lokaal met daarop een aanduiding van onder andere de brandbestrijdingsmiddelen, evacuatiewegen, technische installaties is geen overbodige luxe - Offerte Lease Brandblussers. Zo krijgen niet alleen jijzelf en collega-jeugdwerkers een overzicht van de bestaande situatie, ook voor externe gebruikers (occasionele bezoekers, de brandweer ) geeft een dergelijke plattegrond de noodzakelijke info om te reageren als er brand uitbreekt.
77 3. 6.5 BRANDALARMCENTRALE Je kan ook een branddetectie-installatie met brandalarmcentrale installeren, maar dat is niet goedkoop. En het brengt de nodige (verbouwings)werken met zich mee, waardoor dit voor de meeste jeugdwerklokalen moeilijk uit te voeren is. Is het wel een meerwaarde of wordt het door de functie van het gebouw (bijvoorbeeld sommige jeugdverblijfscentra) wettelijk opgelegd? Laat dit dan uitvoeren door een gecertificeerde beroepsinstallateur.
Latest Posts
Auto Opkoper West Vlaanderen
Zonder Doktersvoorschrift Naar De Kinesist Bij Acute Lage ...
Kinesist Knokke Heist